Uitspraak Hoge Raad 6 juni 2024

Hoge Raad: box 3-heffing nog steeds discriminerend

Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad bepaald dat belastingaanslagen zover moet worden verminderd dat alleen nog belasting in box 3 wordt geheven over het werkelijke rendement. Het is aan de belastingplichtige om aan te tonen dat zijn werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement.

De Hoge Raad is van oordeel dat de Wet rechtsherstel box 3 (2017-2022) in strijd is met het discriminatieverbod in combinatie met de bescherming van eigendomsrecht in gevallen waarin het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijk rendement. Het maakt niet uit hoe groot het verschil is tussen het forfaitair rendement en het werkelijke rendement. Het voorgaande geldt ook voor de op 1 januari 2023 in werking getreden Overbruggingswet box 3 (2023 en volgende jaren). Deze wet sluit zoveel mogelijk aan bij de Herstelwet, komt daarvoor in de plaats en is bedoeld als overbrugging voor de periode totdat in box 3 een nieuw stelsel is ingevoerd (2027 of later) dat is gebaseerd op het werkelijke rendement.

 

Hoe verder?

Hebt u alleen spaargelden dan hebben de arresten van Hoge Raad weinig gevolgen.

Hebt u beursgenoteerde effecten, dan zal vooral het slechte beleggingsjaar 2022 tot een teruggave kunnen leiden.

Hebt u andere beleggingen of onroerend goed, dan zal nader onderzocht moeten worden wat het werkelijk rendement zal zijn.

Staatssecretaris Van Rij heeft aangegeven dat de belastingdienst de komende 8 weken de uitspraak van de Hoge Raad en de gevolgen daarvan gaat bestuderen en in kaart brengen.

Daarna zal de belastingdienst informatie gaan verstrekken over de wijze waarop belastingplichtigen die daarvoor in aanmerking komen eventueel teveel betaalde belastingheffing kunnen terugvragen.

Wij blijven met onverminderde aandacht de ontwikkelingen volgen en zullen indien nodig contact opnemen met onze klanten over de verder te nemen stappen.

Heeft u ondertussen vragen? Dan kunt u uiteraard contact opnemen met uw vaste aanspreekpunt bij VanOoijen.

 

Wat is het werkelijk rendement volgens de Hoge Raad?

Samenvattend geldt dat bij de vaststelling van het werkelijke rendement het gehele vermogen (dus met inbegrip van banktegoeden) van de belastingplichtige in box 3 dient te worden betrokken, zonder aftrek van het heffingvrije vermogen. Het gaat om het nominale rendement, dus zonder rekening te houden met inflatie. Met positieve en negatieve rendementen in andere jaren wordt geen rekening gehouden.

Het werkelijke rendement omvat niet alleen voordelen die uit vermogensbestanddelen worden getrokken, zoals rente, dividend en huur, maar ook positieve en negatieve waardeveranderingen van die vermogensbestanddelen. Ook ongerealiseerde waardeveranderingen behoren tot het werkelijke rendement. Er mag geen rekening worden gehouden met kosten, maar wel met rente van schulden die tot het vermogen in box 3 behoren.

 

Nooit bezwaar gemaakt?

Voor mensen die in het verleden (2017-2020) geen bezwaar hebben gemaakt geldt dat er momenteel nog een massaalbezwaarprocedure loopt. Daar loopt iedereen automatisch in mee. Er is geen actie nodig. De uitkomst van deze procedure laat nog een aantal maanden op zich wachten.