Financiele coronamaatregelen 3.0

Het kabinet verlengt de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW) per 1 oktober met 3 tijdvakken van 3 maanden. In het eerste tijdvak komen bedrijven met een omzetdaling van ten minste 20% in aanmerking voor steun. Vanaf januari 2021 moet er sprake zijn van een omzetdaling van ten minste 30%.

De belangrijkste wijzigingen NOW: 

  • NOW 3 geldt tot 1 juli 2021 (3 tijdvakken van 3 maanden).
  • Het minimale omzetverlies om aanspraak te kunnen maken op de regeling, gaat vanaf het tweede tijdvak omhoog van 20% naar 30%.
  • De steun over 9 maanden kent een geleidelijke afbouw van vergoedingspercentages: van 80%, naar 70% naar 60%. 
  • Tegenover de afbouw van de vergoeding, bestaat de mogelijkheid om de loonsom geleidelijk te laten dalen met 10%, 15% en 20% zonder dat dit ten koste gaat van de subsidie.
  • De korting die in de NOW2 wordt toegepast op het moment dat er sprake is van bedrijfseconomisch ontslag wordt losgelaten.
  • Het maximaal te vergoeden loon per werknemer zal in het derde tijdvak (april, mei, juni 2021) worden verlaagd naar maximaal 1x het dagloon.

De belangrijkste wijzigingen TVL:

De TVL wordt na 1 oktober 2020 op 4 punten aangepast:

  • De TVL is in 3 periodes van 3 maanden aan te vragen. Voor iedere periode moet de ondernemer een nieuwe aanvraag doen.
  • Het bedrijf heeft minimaal €4.000 aan vaste lasten in 3 maanden (in plaats van 4 maanden).
  • Het maximum subsidiebedrag wordt €90.000 (in plaats van €50.000).
  • Na 1 januari 2021 wordt de TVL langzaam afgebouwd. De grens voor omzetverlies wordt dan in stappen verhoogd. Tot 31 december 2020 geldt nog de huidige grens van minimaal 30% omzetverlies.

De belangrijkste wijzigingen Tozo:

  • Verlenging Tozo voor zelfstandigen die een huishoudinkomen hebben onder het sociaal minimum en/of wiens bedrijf liquiditeitsproblemen heeft als gevolg van de coronacrisis tot 1 juli 2021.
  • Ondernemers met beschikbare geldmiddelen, in de vorm van (zowel zakelijk als privé) contant geld, bank- en spaarsaldi en aandelen, obligaties en opties e.d., van bij elkaar meer dan € 46.520,- kunnen onder Tozo 3 geen aanspraak meer maken op de Tozo-uitkering levensonderhoud.
  • De zelfstandige verklaart bij de aanvraag dat zijn huishouden niet meer dan € 46.520,- aan beschikbare geldmiddelen bezit.
  • Gemeenten bieden extra ondersteuning aan zelfstandig ondernemers, zoals bij- of omscholing en heroriëntatie.

 

Bent u opzoek naar een specialist die u bijstaat bij het aanvragen van de financiële coronaregelingen?

Neem dan contact op met de fiscalisten van VanOoijen.